In onderstaande figuren is de betrokkenheid van de universiteiten weergegeven. Daaruit komt naar voren dat bij 20* van de 24 respondenten universiteiten zijn betrokken via onderzoeks- en/of onderwijsactiviteiten (83,3%). Bij de betrokkenheid via onderzoeksactiviteiten is ook nog een aantal voorbeelden gegeven (d.m.v. de optie Anders) van de invulling. Het gaat dan bijvoorbeeld om fieldlabs. 

* Respondenten konden meerdere antwoorden geven op deze vraag. Hierdoor komen de antwoorden niet 1-op-1 overeen met de aantallen/percentages hieronder. 

In onderstaande figuren is de betrokkenheid van de hogescholen weergegeven. Daaruit komt naar voren dat bij 8* van de 24 respondenten hogescholen zijn betrokken via onderzoeks- en/of onderwijsactiviteiten (33,3%). 

* Respondenten konden meerdere antwoorden geven op deze vraag. Hierdoor komen de antwoorden niet 1-op-1 overeen met de aantallen/percentages hieronder. 

In onderstaande figuren is de betrokkenheid van de mbo-instellingen weergegeven. Daaruit komt naar voren dat bij 2* van de 24 respondenten mbo-instellingen zijn betrokken via onderzoeks- en/of onderwijsactiviteiten (8,3%). Een van de respondenten gaf daarbij aan dat de mbo-instellingen een betrokkene is bij de Learning Community (via de toelichting bij de optie Anders). 

* Respondenten konden meerdere antwoorden geven op deze vraag. Hierdoor komen de antwoorden niet 1-op-1 overeen met de aantallen/percentages hieronder. 

In onderstaande figuren is de betrokkenheid van promovendi weergegeven. Daaruit komt naar voren dat bij 16* van de 24 respondenten promovendi zijn betrokken via PhD's en/of PdEng's (66,7%). Van de 16 respondenten hebben er 8 nog een inschatting gemaakt van het aantal promovendi. Zij geven aan dat er in totaal 22 PhD's en 1 PdEng zijn betrokken. 

* Respondenten konden meerdere antwoorden geven op deze vraag. Hierdoor komen de antwoorden niet 1-op-1 overeen met de aantallen/percentages hieronder. 

Uit onderstaande figuren komt naar voren dat alle consortia activiteiten uitvoeren op het gebied van innoveren. Veel van de activiteiten gericht op innoveren worden in samenhang uitgevoerd. Zo worden prototypes ontwikkeld, die vervolgens getest worden d.m.v. praktijkexperimenten en/of binnen een living lab. We raden aan om de consortia aan te sporen om (nog meer) de verbinding aan te gaan met fieldlabs, niet alleen voor innovatie-activiteiten maar ook een betere benutting van de toegang die (sommige) fieldlabs bieden tot opleiding, scholing en training (skills).

* Respondenten konden bij deze vraag meerdere antwoorden aanvinken. 

* Respondenten konden bij deze vraag meerdere antwoorden aanvinken. 

In onderstaande figuren wordt ingegaan op de wijze waarop kennis wordt overgedragen (zowel absoluut als relatief). De belangrijkste uitkomsten kunnen als volgt worden samengevat: 
 
  • Bij 19 van de 24 consortia vindt kennisoverdracht plaats d.m.v. overdragen van kennis aan werkenden door betrokken onderzoekers
  • Bij meer dan de helft van de consortia dragen onderzoekers kennis over aan studenten.
  • Door 9 consortia wordt kennis ook gebruikt voor het vernieuwen en innoveren van opleidingen en door 8 consortia in training en scholing voor werkenden.
  • Kennisoverdracht gebeurt vooral impliciet (‘learning on the job’) en minder vanuit geformaliseerde activiteiten als ontwikkelde trainingen en scholing (muv wetenschappelijke publicaties)

* Respondenten konden bij deze vraag meerdere antwoorden aanvinken. 

* Respondenten konden bij deze vraag meerdere antwoorden aanvinken. 

Aan de respondenten is ook nog gevraagd om een toelichting te geven op de samenwerking op het gebied van innoveren. Meerdere respondenten geven daarbij aan het unieke van de samenwerking is dat de gehele waardeketen/het gehele werkveld betrokken is bij het project. Het gaat dan van bedrijven tot aan kennisinstellingen en in een enkel geval ook de overheid. Door vier respondenten wordt ook expliciet benoemd dat een Learning Community onderdeel is van het project.