In totaal geven 19* respondenten aan dat er stageplaatsen beschikbaar zijn/komen. De meesten van hen geven aan dat er stageplaatsen beschikbaar komen op hbo-niveau (13/19) en wo-niveau (15/19). Bij de meeste respondenten gaat het dan om 0-2 stageplaatsen of 3-4 stageplaatsen. Het aantal respondenten dat aangeeft dat er stageplaatsen komt op het mbo is beperkt (2/19), maar één van de respondenten geeft wel aan dat het om 11 tot 20 stageplaatsen gaat. 

* Respondenten konden meerdere antwoorden geven op deze vraag. Hierdoor komen de antwoorden niet 1-op-1 overeen met de aantallen/percentages hieronder. 

Verwacht u dat er stageplaatsen voor studenten beschikbaar komen binnen uw MOOI-project?

Verwacht u dat er stageplaatsen voor studenten beschikbaar komen binnen uw MOOI-project?

In totaal geven 16* respondenten aan dat er afstudeerplaatsen beschikbaar zijn/komen. De meesten van hen geven aan dat er afstudeerplaatsen beschikbaar komen op hbo-niveau (11/16) en wo-niveau (15/16). Bij de meeste respondenten gaat het dan om 0-2 afstudeerplaatsen of 3-4 afstudeerplaatsen, slechts in één geval gaat het om 5-10 afstudeerplaatsen. 

* Respondenten konden meerdere antwoorden geven op deze vraag. Hierdoor komen de antwoorden niet 1-op-1 overeen met de aantallen/percentages hieronder. 

Verwacht u dat er afstudeerplaatsen voor studenten beschikbaar komen binnen uw MOOI-project?

Verwacht u dat er afstudeerplaatsen voor studenten beschikbaar komen binnen uw MOOI-project?

In totaal geven 6 respondenten aan dat er hybride docenten worden ingezet. Van hen hebben 4 een inschatting om hoeveel hybride docenten gaat; het gaat om maximaal 3-4 hybride docenten die worden ingezet. 

In onderstaande figuren wordt informatie gegeven over de inspanningen in de verschillende leeractiviteiten. De belangrijkste conclusies zijn: 

  • Aan het enthousiasmeren van potentiële studenten voor de sector van het project (19 van de 24 consortia; gemiddelde inspanning 6,7) en het begeleiden van studenten richting een vervolgopleiding of de arbeidsmarkt (15 van de 24 consortia; gemiddelde inspanning 5,3) wordt relatief gezien de meeste inspanning geleverd. 
  • Als we alleen kijken naar de consortia die daadwerkelijk aangeven inspanning te leveren op een bepaalde activiteit (exclusief score 0 en ‘weet niet’) valt op dat bij ‘ de ontwikkeling van digitale leeromgevingen’ de inspanning relatief groot is hoewel slechts een beperkt aantal consortia hier aandacht voor heeft. (8/24, 6,5).
  • De consortia geven aan relatief weinig inspanning te steken in activiteiten gericht op de ontwikkeling van nieuwe opleiding en het ontwikkelen van nieuwe vakken/cursussen (10/24 consortia géén inspanning, 7/24 consortia ‘weet niet’). In het vernieuwen van bestaande vakken/cursussen (12/24 levert enige inspanning) en van bestaande opleidingen (11/24 levert enige inspanning) wordt wel enige inspanning gestoken.
  • Ook de inspanningen gericht op het ontwikkelen van cursussen/trainingen voor medewerkers zijn relatief beperkt , hoewel 11/24 consortia aangeeft enige inspanning (score 1 of hoger) te zullen leveren op het ontwikkelen van cursussen voor medewerkers van de bedrijven/instellingen binnen het consortium.

Aan het enthousiasmeren van potentiële studenten voor de sector van het project (19van de 24 consortia; gemiddelde inspanning 6,7) en het begeleiden van studenten richtingeen vervolgopleiding of de arbeidsmarkt (15 van de 24 consortia; gemiddelde inspanning 5,3)•Als we alleen kijken naar de consortia die daadwerkelijk aangeven inspanning te leveren op eenbepaalde activiteit (exclusief score 0 en ‘weet niet’) valt op dat bij ‘ de ontwikkeling vandigitale leeromgevingen’ de inspanning relatief groot is hoewel slechts een beperktaantal consortia hier aandacht voor heeft. (8/24, 6,5).•De consortia geven aan relatief weinig inspanning te steken in activiteiten gericht op deontwikkeling van nieuwe opleiding en het ontwikkelen van nieuwe vakken/cursussen(10/24 consortia géén inspanning, 7/24 consortia ‘weet niet’). In het vernieuwen van bestaandevakken/cursussen (12/24 levert enige inspanning) en van bestaande opleidingen (11/24 levertenige inspanning) wordt wel enige inspanning gestoken.•Ook de inspanningen gericht op het ontwikkelen van cursussen/trainingen voormedewerkers zijn relatief beperkt , hoewel 11/24 consortia aangeeft enige inspanning (score1 of hoger) te zullen leveren op het ontwikkelen van cursussen voor medewerkers van debedrijven/instellingen binnen het consortium.

In dit figuur is de groep respondenten die een 0 [geen inspanning] heeft ingevuld op de vraag niet meegenomen in de bepaling van de score. In het figuur hieronder is dat wel het geval. 

Op een schaal van 0 [geen inspanning] tot 10 [zeer veel]. In dit figuur is de groep die geen inspanning heeft geleverd wel meegenomen in de bepaling van de score. Bij het figuur hierboven is dat niet het geval.